Daniel Ståhl – spreek uit [Stohl], daar dient die corona voor - domineerde de Road to the Final. De Zweed, die op 27 augustus 27 wordt, won drie van de vier kwalificatiemeetings. Hij was de beste in Doha, Londen en in zijn eigen Stockholm en werd tweede in Rabat. Met een worp van 71m86, gevestigd in het Zweedse Bottnaryd, voert hij ook de wereldranglijst van 2019 aan. Samen met de Jamaicaan Fedrick Dacres, de winnaar van Rabat en ook gekwalificeerd voor de finale in Brussel, is hij de enige die dit jaar al verder dan 70 meter wist te werpen.
Voor Ståhl zou winnen in Brussel geen primeur zijn. In 2016 kroonde hij zich in het Koning Boudewijnstadion al eens tot eindwinnaar van de Diamond League in het discuswerpen. Op de grote kampioenschappen moest de Zweed, die een Zweedse vader en Finse moeder heeft, zich tot dusver tevreden stellen met ereplaatsen. Zowel op het WK in Londen in 2017 als op het EK in Berlijn een jaar later pakte Ståhl zilver, telkens achter Andrius Gudzius. De Litouwse wereld- en Europese kampioen heeft ook startecht afgedwongen op de AG Memorial Van Damme met een achtste plaats in de Road to the Final van het discuswerpen.
Uiteraard wil Ståhl graag elke wedstrijd waaraan hij deelneemt winnen, maar plezier maken staat voorop. “Discuswerpen is geen zaak van leven of dood”, liet hij ooit in een filosofische bui optekenen. “Het is ‘maar’ sport. Niemand gaat je met de vinger wijzen als je niet ver gooit. Het gaat er in de sport om je best te doen. Je moet genieten van het moment. Voor sommige atleten is discuswerpen een job, voor mij is het een hobby. Ik wil mij amuseren en probeer zo ver mogelijk te gooien.” Heerlijke Scandinavische nuchterheid.