Maxime Carabin schonk België twee gouden medailles op de Paralympische Spelen. De Namenaar won in Parijs de 100 meter én de 400 meter in de T52-klasse. In het Koning Boudewijnstadion mocht Carabin aantreden op de 400 meter. Ontgoochelen deed hij allerminst. Met grote voorsprong won hij in 54.83 - sneller dan de 55.10 waarmee hij paralympisch kampioen werd - zijn race, voor de Zwitser Fabian Blum (1:06.33), de nummer vijf van Parijs.
In de Wanda Diamond League Final van de 1500 meter liep Elise Vanderelst in een ijzersterk deelnemersveld, dat aangevoerd werd door drievoudig olympisch kampioene Faith Kipyegon, naar de elfde plaats, maar vooral naar een nieuw Belgisch record. Met 4:01.26 deed ze flink beter dan haar 4:02.63 uit 2021.
Ook Eliott Crestan deed het bijzonder goed in de finale van de 800 meter. Daarin werd hij vijfde in 1:43.74. Een zelfde notering was weggelegd voor Thomas Carmoy in het hoogspringen. Hij wipte over 2m22. Paulien Couckuyt werd op de 400 meter horden zesde in 55.66. Een zevende plaats was weggelegd voor polsstokspringster Elien Vekemans (4m40) en speerwerper Timothy Herman (76m46).
Zes Belgen kwamen in actie in extra spurtnummers die de organisatie op het programma gezet, geen Wanda Diamond League Finals. Op de 200 meter legde Delphine Nkansa beslag op de derde plaats in 23.03, een evenaring van haar persoonlijk record. Rani Rosius werd zevende in 23.56.
Op de 100 meter bij de mannen was Kobe Vleminckx de snelste Belg in 10.29. Daarmee werd hij tweede achter de Keniaan Ferdinand Omanyala (10.07). Simon Verherstraeten (10.33) werd vierde, Antoine Snyders (10.65) zevende en Ibrahim Camara (10.80) achtste.